Studentassistentschap bij cursus Plantenfysiologie (Prof.dr. A. Quispel).
In zomer 1969 samen met Jan Vreugdenhil Spitsbergen bezocht met aanbevelingen van prof. dr. Van Steenis en prof. dr. Brongersma en materiële ondersteuning van 's Rijksmuseum van Natuurlijke Historie en Rijksherbarium. Voor beide instituten biologisch materiaal verzameld en inventarisaties gedaan voor het Norsk Polarinstitutt te Oslo.
1970-1977 Promotieonderzoek (Vakgr.Biochemie, prof.dr. L. Bosch, Adenovirus-groep): VA-RNA, een klein RNA specifiek voor Adenovirus.
1977-1980 Voortzetting onderzoek als post-doc.
1980-1993 Lid van onderzoeksgroep MOLBAS (Vakgr.Biochemie, prof.dr.R.A. Schilperoort): stralingsdeskundige, financiën, inkoop/beheer materialen en apparatuur, PC-beheer, ondersteuning verbouwing, inrichting, verhuizing. Samen met deze groep verhuisde ik organisatorisch van de Subfaculteit Scheikunde naar de Subfaculteit Biologie.
1993-2005 Veiligheidsfunctionaris, Beheerseenheid Biologische Wetenschappen en Milieukunde (BBWM).
Klanten: v.d.Klaauw Lab. (= Zoölogisch Lab) (inclusief oude Sterrewacht),
Botanisch Lab., Clusius Lab., Centrum voor Milieukunde (CML), Hortus Botanicus en Rijksherbarium (later NHN).
Werkterrein: veiligheid (waaronder straling, recombinant-DNA en biologische agentia),
milieu (afvalstromen, Legionella), arbo (risicoinventarisatie, RSI, allergie),
voorlichting, vergunning- aanvrage, begeleiding externe inspecties enz..
Tijdens onze promotietijd maakten Jan Lupker en ik een trektocht in Nepal met een groep biologiestudenten en secretaresses van het Zoölogisch Lab. Tegenover de flanken van de Dhaulagiri kampeerden wij op grote hoogte.
Op het Biochemisch Lab. kwam Tonny Tuïnk op mijn pad. Zij typte mijn proefschrift cameraklaar en voerde een groot deel van de beschreven proeven uit. Samen bezochten wij 3x Nepal, in 1978 trouwden we. We bleven beide bij de universiteit werkzaam, vanaf 1980 bij of voor de biologie of de faculteit.
Tonny leidt momenteel als docent het Basispracticum, dat alle in Leiden aankomende studenten biologie hun eerste semester volgen.
Wij hebben drie zonen.
Zij kunnen een mus van een spreeuw onderscheiden, maar doen verder weinig tot niets met biologie.
Hun hobby's hebben/hadden vooral met water te maken: vissen, zwemmen, waterpolo, roeien enz.
Vanuit hun eigen opleiding doen zij nu ook iets met water.
Ralf specialiseert zich als uroloog, Taco studeert internationaal land- en watermanagement
(onderzocht zout en kreken van mangroves in Bonaire) en Sven studeert Werktuigbouwkunde
(bekeek o.a. boxkoelers van schepen).
Alle drie zijn geïnteresseerd in muziek.
Een nieuwe dimensie is onze kleinzoon, hij kan nog net niet lopen maar is druk bezig zijn omgeving te ontdekken.
Hobby's: Een nuttige en gezonde hobby is de volkstuin, die (vooral) Tonny en ik al bijna dertig jaar cultiveren. Een goede plek om de beslommeringen van het werk af te schudden en om de kinderen te tonen waar boontjes, aardappels en wortels vandaan komen.
In Leiden werd in 1963 geen veldonderzoek aan vogels gedaan. Ik heb voor biochemie gekozen en de vogels als hobby gehouden. Vanaf 1963 kwam ik bij het Vogelpopulatieonderzoek Meijendel. Van 1973 tot ca. 1985 had ik de leiding van deze ongeveer 30 vrijwilligers. Dit is de langst lopende broedvogel- monitoring in Nederland (loopt sinds 1957). Na mijn voortijdig vertrek van de universiteit (nog net ingehaald door een reorganisatie) ben ik weer meer naar vogels gaan kijken. Ik volg nu een aantal jaar in de Randstad de 'exoot' Halsbandparkiet. Deze soort broedt hier 45 jaar met succes, wordt niet wettelijk beschermd en vormt een goede casus om te volgen hoe overheid, publiek en media omgaan met feiten, belangen, emoties en beeldvorming.
Andere interesses: boeken, beeld en geluid, muziek, talen, historie, Scandinavië, arctische zaken, Himalaya.
Bert Regersburg, Voorschoten 2013