Aanvankelijk had ik na mijn militaire dienst een paar kortdurende baantjes. Een tijdelijke bij de medische faculteit van de Erasmusuniversiteit, een blauwe maandag als leraar op een lyceum in Voorburg en een baan bij een farmaceutisch bedrijf om voorlichting te geven over hun radiodiagnostica en röntgencontrastmiddelen aan radiologen en klinisch chemici in ziekenhuizen.
Na twee jaar beviel mij dat ook niet en besloot ik het roer radicaal om te gooien en de biologie vaarwel te zeggen. Gelukkig was er een mooie gelegenheid om met een betaalde stage tijdens de opleiding een hogere beroepsopleiding te volgen van een à anderhalf jaar aan de Rijksarchiefschool voor een baan in het oud archiefwezen. Daarbij moest ik wel een stap terug doen in salariëring en niveau, maar dat vond ik geen bezwaar. Ik had toch inmiddels het idee gekregen dat de studie biologie voor mij ook tevens te hoog gegrepen was geweest. Mijn studie biologie en de uitslag van een psychologische test gaven mij geen recht op het volgen van de opleiding tot "hoger archiefambtenaar" (archivaris) zoals in de Archiefwet omschreven, maar slechts tot die van "middelbaar archiefambtenaar" (archivist, maar door het grote publiek toch ook archivaris genoemd en mezelf dan ook maar als zodanig voorgesteld). Ik werd aangenomen bij het Algemeen Rijksarchief in 1978, aanvankelijk als Rijksarchiefinspecteur met wettelijk toezicht op het archiefbeheer van de oude archieven die nog berustten bij de Rijksoverheidsorganen, daarna sinds 1980 bij de zgn. Tweede Afdeling van het Algemeen Rijkarchief, die de archieven beheerde van de centrale rijksoverheids-organen (Hoge colleges van Staat en ministeries met daaronder ressorterende diensten en instellingen) vanaf 1795 tot zeg maar 20e eeuw. En tevens allerlei archieven en verzamelingen van personen en particuliere instellingen die van landelijk belang geweest zijn.
Naderhand bij de reorganisatie van 2002 is ter gelegenheid van het 200 jarig bestaan de naam "gemoderniseerd" en geïnternationaliseerd tot Nationaal Archief en had ik te maken met het gehele bestand van 120 km vanaf de middeleeuwen tot heden en de honderdduizenden kaarten en foto's. Mijn taak bestond uit het inventariseren (ordenen en beschrijven volgens bepaalde regels van in wanorde geraakte archieven in een boekwerkje) en het onderzoek doen in archieven ten behoeve van historische onderzoekers, beroeps of amateurs. Tevens was ik betrokken bij het maken van tentoonstellingen en het maken van archief-gidsen. De enige keer dat ik daar nog iets had aan biologische kennis was het maken van een inventaris op het archief van de Siboga-expeditie uit 1899-1900 onder leiding van prof. dr. M. (Max) W.C. Weber tot onderzoek van de diepzeebekkens in de zeeën van Nederlandsch-Indië. Dat archief is na inventarisatie overgedragen aan het Instituut voor Zoölogische Taxonomie van de Universiteit van Amsterdam.
Bij het Algemeen Rijks archief / Nationaal Archief heb ik, ondanks de ergerlijk slechte organisatie, met plezier met leuke collega's gewerkt tot 2004 toen er vanwege weer een bezuinigingsronde bij de overheid zich een mogelijkheid voordeed om met vervroegd pensioen te gaan. En omdat mijn vriend 12 jaar ouder was dan ik en ik nog graag met hem lange tijd van pensioen wilde genieten heb ik dat gedaan.
Hoewel ik altijd met plezier aan de contacten met mijn jaar-genoten heb teruggedacht heeft
mijn anders zijn en het feit dat ik de biologie verlaten heb en ik een stapje terug gedaan heb
mij ervan afgehouden naar een reünie te gaan.
Mijn biologische kennis is ook weggezakt en verouderd.
Ik heb bewust het contact vermeden.
Inmiddels nu ik ouder geworden ben denk ik er anders over.
Het is zo als het is en er kan nu eenmaal niet meer uitkomen dan erin zit.
Momenteel zit ik nog in een moeilijke periode.
Echte hobby's heb ik niet maar wel interesses natuurlijk.
Fiets of wandel nog wel steeds graag in de natuur, gewapend met verrekijker (niet meer met loupe),
houd van tuinieren en tuinen bezoeken in binnen- en buitenland, van architectuur, kunst, antiek, klassieke muziek, musea bezoeken.
Frankrijk is mijn favoriete vakantie-land. Mijn Piet en ik hebben veel tijd kunnen besteden aan
de verfraaiing van ons huis (en tuin) waar ik tot tevredenheid woon.
Het is af en het is klaar op het onderhoud na.
Hopelijk leef ik er binnenkort niet meer alleen maar met een nieuwe vriend met wie ik veel hoop te reizen en van het leven te genieten.
Goede herinneringen ophalen is leuk en voor de rest is elk geïnteresseerd contact de moeite waard, bioloog of niet.
Alle gezichten van 50 jaar geleden staan nog in mijn geheugen alsof de tijd heeft stilgestaan.
Victor van der Bergh, Leiden 2013