Op de HBS tegenover het Gemeentemuseum in Den Haag was ik een gemiddelde leerling met alleen voor biologie negens en tienen. Ondanks dat ik niet goed was in wiskunde koos ik toch de B-kant. Later trad een verbetering in. Daarna ging ik, hoe kan het ook anders, biologie studeren. Geen haar op mijn hoofd die aan een ander vak dacht.
Na enige tijd aanpassen en kennismaken met de flora, die een hele boekenplank besloeg en die je dus niet zomaar mee het veld in kon nemen, deed ik enkele jaren een WOTRO-onderzoek voor STINASU naar de hydro- biologie van het brakke kustgebied. Daarna werkte ik enige tijd bij de visserijdienst. Dat duurde niet lang, want daar was te veel corruptie.
Tenslotte kwam ik terecht bij de Waterloopkundige Dienst, waar ik de waterkwaliteit voor mijn rekening nam. Ik was de enige hydrobioloog in Suriname en dat leverde heel afwisselend werk op. O.a. meewerken aan een MER-rapportage voor een nieuw stuwmeer in West-Suriname (dat er nooit kwam), begeleiding van buitenlandse onderzoekers, tevens richtte ik een Interdepartementale Werkgroep Bestrijdingsmiddelen op, verzorgde praktijklessen hydrobiologie voor de lerarenopleiding, enz.
Dit alles gedurende de 13 jaar, dat ik in Suriname woonde. Ik heb er met veel plezier gewoond en gewerkt, maar toen de militairen het voor het zeggen kregen en alles steeds schaarser werd, werd het steeds minder aantrekkelijk.
Eind 1983 kwam ik met inmiddels drie kleine dochtertjes weer naar Nederland.
Werk kreeg ik uiteraard niet, maar eigenlijk vond ik dat niet zo erg, want ik vond de
kinderen veel belangrijker.
De oudste was net 6 jaar.
Wel heb ik van huis uit gewerkt.
Eerst als medeoprichter van de Stichting Gezondheid en Milieu en daarna jaren bij het
gesubsidieerde MeldpuntenNetwerk Gezondheid en Milieu (later Meldpunt G&M),
dat zich vooral bezighield met het registreren van milieugerelateerde gezondheidsklachten.
Voor ons computerprogramma ontwierp ik de milieucodes.
Voor de gezondheidsklachten werden de medische codes gebruikt (ICPC's).
De landelijke databank was de basis voor het verdere werk en de publicaties over
allerhande milieuproblemen, die de gezondheid negatief bïnvloeden.
In de tijd dat we begonnen heerste de opvatting dat niemand ziek kon worden van het milieu.
Inmiddels zijn zowel de GGD-en als het RIVM daar heel anders over gaan denken.
De afgelopen jaren (t/m mijn 67ste) heb ik nog rapporten zitten schrijven op verzoek van het Ministerie van I&M (VROM) over de meldingen i.v.m. asbest, hoogspanning en hoogfrequente elektromagnetische velden.
Eindelijk kon ik toen gaan leren duiken - je moet toch wat in dat koude kikkerland - en toen ik 42 was haalde ik de 1e ster (NOB). Van een 2e ster is het nooit gekomen. Suriname was met zijn overweldigende natuur voor mij één groot feest, maar duiken kon daar niet.
Het beste wat ik in Nederland na 1983 'op het droge' heb meegemaakt is dat ik vier dagen in mijn eentje op het oostelijkste puntje van de Boschplaat op Terschelling heb gelogeerd in een boswachterskeet. Hoe dat gekomen is??? Kennelijk heb ik het met veel overtuigingskracht gevraagd, toen ik weer eens met Lucie op de Waddeneilanden was. Het was een fantastische belevenis!
Lucie ging trouwens vaak met mij en de kinderen mee op vakantie en is dan ook 'tante' Lucie geworden. Willy is ook wel eens mee geweest naar Texel. Later, toen de kinderen groot waren, gingen Lucie en ik soms samen naar de Wadden. Daar is de lucht toch wel een stuk schoner dan hier in Rotterdam! Je knapt er altijd op.
De afgelopen jaren ben ik tweemaal naar Bonaire geweest. De eerste keer om op een huis te passen, de tweede keer om een familie te helpen met snorkelen.
Toen ik nog in Suriname woonde heb ik op doorreis vanaf Nederland met Koos den Hartog een eind gesnorkeld. Dat was de eerste indrukwekkende kennismaking met koraalriffen!
En verder ben ik in 2000 als vrijwilliger (1x per weekend) begonnen in diergaarde Blijdorp na het lezen van een groot artikel in de krant over het Oceanium.
Inmiddels heb ik zes kleinkinderen, die ik mooi mee kan nemen naar de dierentuin, omdat ik er als vrijwilliger zo in mag.
Behalve de kinderen en kleinkinderen zijn mijn hobby's muziek maken met elkaar en plantjes determineren, vogels kijken, enz. Ook heb ik een tijdje meegedaan aan het beschermen van weidevogels en aan waterplantentellingen. In Suriname hadden we honden en in Nederland vooral allerlei soorten knaagdieren. En natuurlijk heb ik een vijvertje in de tuin, waar de goudvissen net jongen hebben gekregen.
Wat betreft mijn gezondheid: zonder het te merken heb ik in 2010 bloedarmoede gekregen, waarschijnlijk door aambeien en/of een slechte opname van ijzer door de darmen, die een beetje prikkelbaar zijn. Toen ik in 2012 geen kant meer op kon, werd eerst mijn hart onderzocht. Dat was het niet, maar de cardioloog ontdekte wel een enorm ijzer- en HB-gebrek. Nu gaat het weer goed en zit ik op fitness, maar zo sterk als vroeger word ik toch niet meer.
Miep Verheuvel, Rotterdam 2013