Leidse Biologen 1963

Herman Eijsackers

Den Haag, 16 mei 1946
Aloysiuscollege, Den Haag

 

Belangstelling voor biologie:

Mijn biologieleraar op het Aloysiuscollege (de latere Prof. dr. M. Jeuken) gaf het laatste zetje om voor biologie, en niet voor aardrijkskunde of lichamelijke opvoeding te kiezen.

Terugkijkend, is mijn werkterrein eigenlijk voortdurend breder geworden. Dat gaat ten koste van de diepte, maar dat mag je ook niet verwachten van een 'generalist', de naam van mijn eerste baan, bedacht door professor Kuenen.
Dat brede geldt ook in het algemeen, want ik kan overal aardig in meedoen, zonder dat ik ergens een topper ben. Geen punt, ik ben tevreden hoe het gelopen is, noem mijzelf een geluksvogel en 'carpe diem' is één van mijn lijfspreuken.

Studie:

Begonnen als Haagse treinstudent, heel actief in de Haagse zwemvereniging Swift, ben ik na mijn doctoraal examen (ecologie, toegepaste entomologie en ethologie, allemaal aan sluipwespen) naar het Oosten van het land verhuisd.

Bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer in Arnhem heb ik promotieonderzoek gedaan naar de neveneffecten van 2,4,5-T op de bodemfauna door middel van laboratorium-micro(eco)- systemen. Daarbij raakte ik ook geinteresseerd in de ecologie van de te bestrijden Amerikaanse vogelkers die lang niet altijd de naam 'bospest' waard is, en in bodemecologisch onderzoek naar de rol en verspreiding van regenwormen.

Dat bodemonderzoek verbreedde zich als programmadirecteur van het Speerpuntprogramma Bodemonderzoek. Betaald door vijf ministeries moest dit programma de wetenschappelijke onderbouwing verschaffen voor het toen op te zetten bodembeleid.

Werkzaamheden:

Naast bodemecologie ging het om bodemtechnologie en -sanering, risicobeoordelings- en beslis- systemen en bestuurskunde.
In de marge een internationaal en jaarlijks (nog steeds) nationaal bodemcongres en een nieuw opgezet tijdschrift BODEM.
Vervolgens ging ik bij het RIVM de afdeling Ecotoxicologie leiden, werkend voor het beleid (ministerie VROM) en het milieu- en natuurplanbureau.
Vandaar naar Alterra (onderdeel van Wageningen UR) waar ik wetenschappelijk directeur werd, opnieuw een verdere verbreding. 'Alpha + beta + gamma- onderzoek -> delta-onderzoek', die combinatie van ontwerpend, sociaal en natuurwetenschappelijk onderzoek is voor mij nog steeds de basis voor maatschappelijk relevant en beleids- onderbouwend onderzoek.

De laatste vijf jaar heb ik gewerkt voor de Raad van Bestuur WUR op het gebied van strategische analyse, kwaliteitsborging, ethiek en integriteit. Dat laatste doe ik nog steeds, al ben ik inmiddels twee jaar met pensioen, want wetenschappelijke integriteit is 'hot'.

Mijn laatste twee jaar heb ik in deeltijd als chief science officer een boeiende tussenpositie gehad tussen onderzoek en beleid (ministerie LNV, later EZ) en dat ebt nog steeds na.

Bij dit alles kwamen nevenactiviteiten via bijzondere hoog- leraarschappen aan de VU (14 jaar), Stellenbosch (5 jaar) en Potchefstroom (4 jaar, en nog steeds op een laag pitje) en adviesorganen als Gezondheidsraad, Raad voor Milieu- en Natuur-Onderzoek, en Innovatienetwerk.
Dat advieswerk gaat nog steeds door, onder andere als lid van het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden en de Commissie van Toezicht van het RIVM.
Maar daarnaast heel andere zaken als een buitententoonstelling: Beelden op de Berg of het Natuur- wetenschappelijk Genootschap Wageningen.

Persoonlijke informatie:

Ook privé werd het steeds breder: eerst trouwen met Marijke, drie kinderen (Armin, Myrte, Jelmer) die respectievelijk 2, 3 en 2 kinderen krijgen (Minke, Eef, Stefan, Christel, Ruben, Tijl, Joppe) en je kunt onze oppasverplichtingen wel op je vingers aftellen. Daarom is de tweede (recente) foto ook van die kleinkinderen, veel leuker dan een foto van een tevreden heer-op-leeftijd, Carpe diem!

Herman Eijsackers, Wageningen 2013

 

 

Home
Bezoeken
Bezoekers
© webmaster: Eke van Batenburg